Referentiefuncties Dierhouderij

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Zoeken op oude referentiefunctienamen

Hulp bij indeling

Als u klikt op een stap, kunt u de toelichting lezen. Wilt u meer uitleg bij een begrip, kijk dan in de begrippenlijsten. Meer informatie vindt u ook in deze instructiefilms.

STAP 1: (Optioneel, aan te bevelen). Zorg voor een duidelijke en geaccepteerde omschrijving van de bedrijfsfunctie
STAP 2: Kies de best passende referentiefunctie(s) bij de bedrijfsfunctie
STAP 3: Vergelijk de inhoud van de beschreven bedrijfsfunctie (of ORBA-vragen­formulier) met die van de referentiefunctie(s)
STAP 4: Trek conclusies over de zwaarte van de bedrijfsfunctie door vergelijking met de referentie­functie(s) en met de bijbehorende NOK’s
STAP 5: Stel de indeling van de betrokken bedrijfsfunctie vast
STAP 6: Informeer de medewerker over de indeling van zijn bedrijfsfunctie

STAP 1: (Optioneel, aan te bevelen). Zorg voor een duidelijke en geaccepteerde omschrijving van de bedrijfsfunctie

  • Omschrijf (als werkgever) met eigen woorden de belangrijkste verantwoordelijkheden en taken van de functie. Hiertoe kunt u de best passende referentiefunctie(s) als leidraad kiezen en deze aan­passen aan de eigen situatie.
  • Bespreek de inhoud van de bedrijfsfunctie met de medewerker(s) en de betrokken leidinggeven­de(n); zorg voor overeenstemming over de tekst, pas de bedrijfsfunctie zo nodig aan om te komen tot een gedragen omschrijving van de functie. Laat de medewerker(s) 'voor gezien' en de leiding­gevende(n) 'voor akkoord' tekenen.

NB. Een alternatief is het invullen van een ORBA-vragenformulier.


STAP 2: Kies de best passende referentiefunctie(s) bij de bedrijfsfunctie

  • Kies de referentiefunctie(s), die het best passen voor vergelijking met de beschreven bedrijfs­functie dan wel de inhoud van het ORBA-vragenformulier.

STAP 3: Vergelijk de inhoud van de beschreven bedrijfsfunctie of (ORBA-vragen­formulier) met die van de referentiefunctie(s)
Voor een aantal functies zijn NOK’s gemaakt die duidelijk maken waar het verschil in zwaarte zit tussen vergelijkbare, maar in zwaarte oplopen­de functies. Deze NOK(’s) kunnen in deze stap gebruikt worden. Zie hiertoe het ORBA indelingsformulier.

  • Stel vast, welke verschillen er tussen de bedrijfsfunctie en de referentiefunctie(s) met bijbehorende NOK(‘s) aan de orde zijn in termen van een verschil in taken / bijdragen / verantwoordelijkheden dan wel de complexiteit van het werk. N.B. Wanneer de referentiefunctie meer of minder verantwoordelijkheden, taken, etc. bevat dan de bedrijfsfunctie, maar het gaat om soortgelijke werkzaamheden met eenzelfde moeilijk­heidsgraad, dan worden de functies op dit punt als gelijk beschouwd. Niet alle criteria van een NOK hoeven aan de orde te zijn wil een functie lichter dan wel zwaar­der zijn dan de referentiefunctie. Het gaat hierbij om de interpretatie van het algemene beeld.
  • Beschrijf deze verschillen op het indelingsformulier. Indien er geen eigen functieomschrijvingen zijn gemaakt, vraagt dit om een uitgebreidere typering met aandacht voor de verschillen t.o.v. de referentiefunctie(s).

STAP 4: Trek conclusies over de zwaarte van de bedrijfsfunctie door vergelijking met de referentie­functie(s) en met de bijbehorende NOK’s

= gelijk
Het niveau van de bedrijfsfunctie is gelijk aan dat van de referentiefunctie of het bij de referentie­functie behorende niveau van de NOK als:

  • de kern van de functie (de verantwoordelijkheden en taken) op hoofdlijn/in essentie gelijk is aan die van de referentiefunctie of gelijk is aan het bij de referentiefunctie behorende niveau van de NOK,
    én;
  • de moeilijkheidsgraad van de verantwoordelijkheden en taken ongeveer gelijk is.

–  lichter
Het niveau van de bedrijfsfunctie is lichter dan dat van de referentiefunctie of het bij de referentie­functie behorende niveau van de NOK als:

  • er duidelijk minder verantwoordelijkheden en taken aan de orde zijn dan in de referentiefunctie of op het bij de referentiefunctie behorende niveau van de NOK,
    én:
  • de moeilijkheidsgraad van de verantwoordelijkheden en taken lager is.

+ zwaarder
Het niveau van de bedrijfsfunctie is zwaarder dan dat van de referentiefunctie of het bij de referentiefunctie behorende niveau van de NOK als:

  • er duidelijk meer verantwoordelijkheden en taken aan de orde zijn dan in de referentiefunctie of op het bij de referentiefunctie behorende niveau van de NOK,
    én:
  • de moeilijkheidsgraad van de verantwoordelijkheden en taken hoger is;
    en als gevolg hiervan:
  • er meer kennis en vaardigheden worden vereist zijn dan in de referentiefunctie of het bij de referentiefunctie behorende niveau van de NOK.

U kunt uw bevindingen met inhoudelijke argumenten vastleggen in het ORBA-indelingsformulier.


STAP 5: Stel de indeling van de betrokken bedrijfsfunctie vast

  • In normale gevallen zal de conclusie over het niveauverschil tussen bedrijfsfunctie en referentie­functie tot de volgende indeling leiden:
    = gelijk: indeling in dezelfde groep als de referentiefunctie;
    – lichter: indeling één groep lager dan de referentiefunctie;
    + zwaarder: indeling één groep hoger dan de referentiefunctie.
  • Het is mogelijk, dat de indeler twijfelt over de juistheid van de indeling. In zo'n geval dient de indelingsprocedure herhaald te worden met een andere referentiefunctie, liefst van een ander niveau dan de eerste referentiefunctie. Uit de combinatie van uitkomsten kan meestal een definitieve conclusie worden getrokken.

STAP 6: Informeer de medewerker over de indeling van zijn bedrijfsfunctie

  • Deel de medewerker mee in welke groep de bedrijfsfunctie is ingedeeld en met welke referentie­functie(s) de bedrijfsfunctie is vergeleken. Geef de medewerker ook de inhoudelijke argumenten voor de gegeven indeling (zoals vastgelegd in het ORBA-indelingsformulier).
  • Vermeld de toegekende bedrijfsfunctie, de functiegroep en de gekozen referentiefuncties op de arbeidsovereenkomst.
  • Geef de medewerker inzage in de gevolgde indelingsprocedure en in het gehanteerde materiaal en wijs hem op de bezwaarprocedure.