De dierverzorger I kan voorkomen op alle soorten van agrarische bedrijven waar dieren worden verzorgd t.b.v. fokken, mesten of de productie van dierlijke producten. De werkzaamheden kennen overwegend een kort cyclisch (dagelijks tot maandelijks) repeterend (terugkerend) patroon. Procedures, voorschriften en opdrachten zijn leidend. De focus ligt op het uitvoeren van gekende taken. De functiehouder heeft, in overleg met leidinggevende en collega’s, enige ruimte tot het indelen van het eigen werk. Collega/leidinggevende is consulteerbaar, operationele werkzaamheden worden afgestemd met op locatie aanwezige personen (collega’s/leidinggevende e.d.). De functiehouder is verantwoordelijk voor het verzorgen en inspecteren van verblijfsruimten. Daarnaast is hij/zij belast met het verzorgen van en selecteren binnen zijn/haar toegewezen dier(en)(groep) en (indien van toepassing) uitvoeren van het melkproces. Voorts draagt hij/zij zorg voor het overdragen van gegevens. De functiehouder bestuurt indien nodig gemotoriseerde voertuigen voor langzaam verkeer. De (niveau-)verschillen tussen de dierverzorger I en II worden aanvullend uiteengezet in de NOK-bijlage.
Resultaatgebieden | Taken | Resultaatindicatoren |
---|---|---|
Verzorging en inspectie verblijfsruimten |
|
|
Dierverzorging en -productie |
|
|
Informatievoorziening en klachtafhandeling |
|
|
Het functieniveau wordt enkel bepaald door de inhoud van de functieomschrijving en niet door het competentieprofiel.
Dierverzorger I | Dierverzorger II |
---|---|
Aard van de werkzaamheden | |
|
|
Vrijheidsgraden | |
|
|
Functiebenamingen (oud) | |
|
|