Referentiefuncties Dierhouderij

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Zoeken op oude referentiefunctienamen

Verkoper

Kenmerken van de referentiefunctie

De verkoper komt voor in middelgrote en grote agrarische bedrijven en richt zich op het realiseren van de verkoopdoelstellingen d.m.v. relatiebeheer, het bevorderen van verkoop bij bestaande relaties en het werven van nieuwe klanten. Hiertoe gaat de functiehouder op bezoek bij (potentiële) klanten en geeft aldaar informatie over het bedrijf en de producten en voert verkoop-gesprekken. De verkoper is voornamelijk actief in de Nederlandse markt.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: niet-vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Taken Resultaatindicatoren
Verkoop­­jaarplan
  • bijhouden van ontwikkelingen binnen de vraag- ((potentiële) klanten) en aanbodkant (concurrenten) van de markt;
  • opstellen van een verkoopjaarplan en -doelstellingen o.b.v. de geformuleerde ondernemingsdoelstellingen;
  • definiëren van (concrete) acties m.b.t. bestaande en nieuwe activiteiten, het onderhouden van relaties, het uitbreiden van bestaande opdrachten bij klanten en het werven van nieuwe klanten;
  • afstemmen van het jaarplan met de leidinggevende ter goedkeuring.
  • mate van inzicht in activiteiten van concurrenten, klant-behoeften, etc.;
  • goedgekeurd jaarplan;
  • concreetheid en doeltreffendheid van acties;
  • realisatie van doelstellingen.
Realisatie verkoop­doel­stellingen
  • onderhouden en optimaliseren van contacten met bestaande klanten;
  • bezoeken van (potentiële) klanten, geven van informatie over bedrijf, producten;
  • voeren van onderhandelingen (binnen gestelde richtlijnen) over prijzen, leverings- en betalingscondities;
  • bewaken en bevorderen van omzet door geven van voorlichting/adviezen m.b.t. assortiment en initiëren van verkoop bevorderende activiteiten op korte termijn;
  • (laten) opstellen van offertes, hiertoe aanleveren van informatie en evt. toelichten van offertes bij klanten;
  • opstellen van (jaar)contracten (afroep), laten goedkeuren door leidinggevende.
  • realisatie verkoopdoelstellingen in termen van omzet, marge, klantbezoeken, aantal nieuwe klanten, etc.;
  • volledigheid en juistheid klant- en verkoopinformatie;
  • doeltreffendheid van activiteiten;
  • klanttevredenheid;
  • juistheid en volledigheid vastlegging gemaakte afspraken met klanten.
Informatie­voorziening en klacht­afhandeling
  • beantwoorden van klantvragen en (laten) verstrekken van gevraagde informatie;
  • opvragen van informatie voor de klanten bij de verkoopbinnendienst over leveringen;
  • afhandelen van problemen en klachten door het vinden van wederzijds aanvaarbare oplossingen.
  • mate waarin oplossingen bijdragen aan commerciële doelen;
  • klanttevredenheid.
Admini­stratie en rapportage
  • vastleggen van klant- en verkoopinformatie, verkoopresultaten en opstellen van bezoekrapportages;
  • analyseren van verkoopcijfers, marktinformatie e.d. en rapporteren hieromtrent aan leidinggevende.
  • tijdigheid, juistheid en volledigheid van gegevens;
  • tijdigheid en juistheid van rapportages.

Bezwarende omstandigheden

  • Eenzijdige houding tijdens autoritten.
  • Kans op letsel door deelname aan het verkeer.

Het functieniveau wordt enkel bepaald door de inhoud van de functieomschrijving en niet door het competentieprofiel.

Kennis en vaardigheden

  • MBO 4 werk- en denkniveau (richting sales);
  • diepgaande kennis van het assortiment;
  • kennis van gehanteerde procedures en werkmethoden;
  • enige jaren relevante werkervaring in een vergelijkbare functie.

Competentieprofiel

Relaties bouwend en netwerkend (4):
  • slaagt erin verschillende methoden te hanteren om contact te leggen en te onderhouden met bestaande en nieuwe relaties.
Overtuigend en beïnvloedend (4):
  • is in staat de zienswijze van medewerkers/opdrachtgevers/klanten te beïnvloeden door met gezag te spreken, argumenten aan te voeren, te onderbouwen of te weerleggen en gevoelens daarbij te betrekken.
Communicerend (4):
  • beheerst voldoende technieken en vaardigheden om een essentiële boodschap over een willekeurig onderwerp over te brengen op een publiek;
  • is in staat structuur te brengen in een betoog met het oog op doel en publiek en daarbij een passende stijl en taalgebruik te hanteren;
  • is in staat zijn kennis en ervaring toe te passen en die met anderen te delen en over te dragen waar nodig.
Analyserend (4):
  • is in staat betrouwbare informatiebronnen te selecteren, ze met elkaar te vergelijken en op basis daarvan verbetervoorstellen te doen voor zijn werkzaamheden.
Ondernemend en commercieel handelend (4):
  • is alert op trends en vertaalt deze naar kansen voor de organisatie;
  • schat de commerciële potentie in.