Referentiefuncties Dierhouderij

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Zoeken op oude referentiefunctienamen

Boekhouder/administrateur

Kenmerken van de referentiefunctie

De boekhouder/administrateur komt voor in grote agrarische bedrijven. De functiehouder is verantwoordelijk voor het verzorgen van financiële administraties alsook het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van personeels-, salaris- en productieadministratie. Er kan sprake zijn van functionele en vakinhoudelijke samenwerking met externe administratie- of accountantsorganisaties. De boekhoudkundige complexiteit is beperkt.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Taken Resultaatindicatoren
Ongoing (financiële en salaris) admini­stratie
  • bijhouden van de dagboeken en grootboekrekeningen aan de hand van financiële bescheiden;
  • bijhouden van noodzakelijke sub-grootboeken zoals debiteuren, crediteuren, voorraden en (vaste) activa e.d.;
  • verzorgen van de urenregistraties, gereed maken van de basis gegevens voor de salarisadministratie.
  • tijdigheid oplevering;
  • juistheid en logica van cijfers:
    • aantal aansluitverschillen;
    • aantal opmerkingen accountant;
  • volledigheid, juistheid specificaties en toelichtingen.
Voor­bereiding periode- en jaar­afslui­tingen
  • afsluiten van grootboek, controleren van de administratie(delen) op volledigheid van kosten, beoordelen van tussenstanden en aansluitingen;
  • beoordelen en verklaren van verschillen en uitvoeren van aangegeven correctieboekingen;
  • aanleveren van gegevens voor periodieke rapportages en/of (in opdracht) opstellen van onderdelen van deze rapportages vanuit beschikbare administraties.
  • tijdigheid oplevering;
  • correctheid en sluitendheid van cijfers (aansluiting);
  • volledigheid en juistheid specificaties;
  • volledigheid controles.
Operatio­neel beheer financiële middelen
  • voeren van crediteurenadministratie, verrichten van betalingen, afhandelen van aanmaningen;
  • bewaken van debiteurenstanden, beoordelen open-staande posten en krediettermijnen, initiëren en bewaken van eventuele incassotrajecten;
  • bewaken van liquiditeit-saldi, rapporteren van bijzonder¬heden aan leidinggevende en doen van voorstellen t.a.v. aanpassing betaaltermijnen (in- en uitgaande geldstroom).
  • aantal debiteurendagen;
  • efficiency betaalgedrag:
    • aantal crediteurendagen;
    • aantal aanmaningen;
  • tijdigheid signalering en melding bijzondere liquiditeit-saldi.
Informatie­voorziening
  • verwerken van data naar standaard rapportages, aanmaken van overzichten, signaleren van afwijkingen t.o.v. prognoses/budgetten e.d.;
  • opmaken van aangiftes, verzamelen van gegevens uit de grootboekadministratie, controleren van aansluitingen en klaarzetten van betalingen.
  • juistheid en volledigheid afdrachten (aantal naheffingen);
  • realisatie deadlines.

Bezwarende omstandigheden

  • Eenzijdige houding en belasting van de oog- en rugspieren bij het werken met de computer.

Het functieniveau wordt enkel bepaald door de inhoud van de functieomschrijving en niet door het competentieprofiel.

Kennis en vaardigheden

  • MBO 4 werk- en denkniveau.
  • Ruime kennis van financiële softwarepakketten en Office-applicaties.
  • Kennis van gehanteerde procedures, werkmethoden en in- en externe regelgeving voor het verzorgen van diverse administraties.
  • Enige jaren relevante werkervaring in een vergelijkbare functie.

Competentieprofiel

Samenwerkend en overleggend (3):
  • is in staat initiatief te nemen tot voldoende overleg met collega’s, opdrachtgevers en klanten en ervoor te zorgen dat zij daarbij voldoende betrokken zijn/inbreng hebben;
  • slaagt erin de goede werkrelatie met collega’s, opdrachtgevers en klanten te bewaken.
Communicerend (3):
  • is in staat tot het benoemen, uiteen zetten en toelichten van de kern van een reguliere kwestie;
  • is in staat daarover vragen op hoofdlijnen te beantwoorden;
  • is in staat feiten en meningen en hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden;
  • drukt zich mondeling en schriftelijk correct uit in een zakelijke stijl.
Vakdeskundigheid toepassend (4):
  • werkt accuraat, lang en stevig door, ook bij het uitvoeren van meerdere specialistische en ingewikkelde taken;
  • is in staat bekende en onbekende werkzaamheden goed in te schatten;
  • is in staat nieuwe ontwikkelingen in zijn vakgebied te benoemen;
  • slaagt erin zijn kennis en ervaring toe te passen, die te delen met anderen en over te dragen waar nodig.
Analyseren (3):
  • checkt gegevens en is in staat op basis daarvan verbetervoorstellen te doen.
Kwaliteit leveren (4):
  • is in staat systematisch een kwaliteitszorgsysteem toe te passen;
  • is in staat productie- en kwaliteitsnormen te formuleren en ze op elkaar af te stemmen.