Referentiefuncties Dierhouderij

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Zoeken op oude referentiefunctienamen

Laboratoriummedewerker/laborant

Kenmerken van de referentiefunctie

De laborant komt voor in (middel)grote agrarische bedrijven die een eigen laboratorium hebben. In het laboratorium worden standaard fysische kwaliteitstesten en bepalingen uitgevoerd op producten tijdens de diverse stadia in het proces. De testen worden verricht op basis van strikte richtlijnen, regels en procedures. Testresultaten worden door de functiehouder direct aan de productieleiding doorgegeven.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: niet-vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Taken Resultaatindicatoren
Uitvoeren testen en bepalingen
  • verrichten van fysische kwaliteitstesten en bepalingen op aangeleverde standaard productmonsters, rekening houdend met de aangegeven urgentie, beschikbaarheid van analyseapparatuur en doorlooptijd van bepalingen;
  • voorbereiden van monsters door prepareren, afwegen, mengen, etc.;
  • instellen van apparatuur en doseren van monsters;
  • meten, wegen en aflezen van analysegegevens;
  • omzetten van gegevens in voor afnemers bruikbare informatie en doorgeven volgens afspraak (bijv. alleen buiten specificaties vallende resultaten);
  • invoeren van meetgegevens in systeem.
  • volgens richtlijnen, regels en procedures;
  • tijdigheid en juistheid uitgevoerde testen en bepalingen;
  • juistheid van monster-voorbereiding;
  • juistheid van apparatuur instelling en monsterdosering;
  • betrouwbaarheid van resultaten;
  • terugvindbaarheid/traceerbaarheid gegevens.
Onderhoud en beschik­baarheid
  • plegen van dagelijks onderhoud aan de analyse-apparatuur;
  • periodiek kalibreren van de analyse-apparatuur;
  • schoonhouden van het laboratorium;
  • afroepen van verbruiksmaterialen bij leveranciers.
  • onderhoudsstatus apparatuur;
  • tijdigheid en juistheid kalibratie;
  • beschikbaarheid van materialen.

Bezwarende omstandigheden

  • Werken in veelal staande en licht gebogen houding.
  • Hinder van stank (onwelriekende stoffen).
  • Enige kans op letsel door glasbreuken door contact met chemicaliën.

Het functieniveau wordt enkel bepaald door de inhoud van de functieomschrijving en niet door het competentieprofiel.

Kennis en vaardigheden

  • MBO 2-3 werk- en denkniveau.
  • Ervaring met het werken met en onderhouden van analyse-apparatuur.
  • Enige werkervaring in een vergelijkbare functie.

Competentieprofiel

Communicerend (2):
  • slaagt erin een eenvoudig standpunt over een onderwerp kernachtig en duidelijk te presenteren en daarover eenvoudige vragen te beantwoorden;
  • is in staat collega’s mondeling kort en bondig over het werk te informeren;
  • is in staat informatie volledig en correct in eenvoudige schriftelijke berichtjes te verwoorden.
Vakdeskundigheid toepassend (2):
  • werkt in een vlot tempo en kan met kleine wijzigingen omgaan;
  • is in staat eenvoudige taken uit te voeren en maakt daarbij gebruik van eerdere ervaringen.
Middelenbewustzijn (2):
  • is in staat te zorgen voor de benodigde materialen en middelen;
  • gebruikt materialen en middelen op de geëigende manier;
  • is in staat te zorgen voor onderhoud en opslag van de hem toevertrouwde materialen en middelen.
Analyserend (2):
  • is in staat systematisch gegevens te verzamelen en deze op te slaan voor het gebruik door anderen.
Kwaliteitsgerichtheid (3):
  • is in staat binnen de tijdsplanning te werken volgens de afgesproken normen;
  • controleert tussentijds op kritische punten om de kwaliteit te waarborgen.