Referentiefuncties Dierhouderij

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Zoeken op oude referentiefunctienamen

Boekhoudkundig medewerker

Kenmerken van de referentiefunctie

De boekhoudkundig medewerker komt voor in grote agrarische bedrijven. De functiehouder is verantwoordelijk voor het verwerken van boekhoudkundige gegevens. De werkzaamheden worden in opdracht uitgevoerd op basis van voorschriften en worden achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Taken Resultaatindicatoren
Cijfer­matige controle en gegevens­verwerking
  • controleren of te boeken bescheiden de juiste (autorisatie-)procedure hebben doorlopen en controleren van facturen op juistheid en volledigheid;
  • aanbrengen van boekingscoderingen (kostenplaats, kostensoort), doen van navraag bij onduidelijkheden;
  • inbrengen van boekingsgegevens in het systeem;
  • controleren van de output (foutmeldingen), melden van afwijkingen/bijzonderheden en na fiattering aanbrengen van correcties.
  • juistheid, volledigheid en actualiteit gegevens;
  • juistheid coderingen;
  • tijdigheid en juistheid controles en correcties.
Vervaardi­ging overzichten
  • genereren, bewerken en rangschikken van gegevens uit bestanden en archieven;
  • opstellen van diverse informatieve overzichten (periodiek en op verzoek), zodat inzicht kan worden verkregen in betalingsachterstanden, gemiddelde krediettermijn e.d.
  • juistheid en volledigheid van overzichten;
  • tijdige beschikbaarheid overzichten;
  • aansluiting op vraagstelling.

Bezwarende omstandigheden

  • Eenzijdige houding en belasting van de oog- en rugspieren bij het werken met de computer.

Het functieniveau wordt enkel bepaald door de inhoud van de functieomschrijving en niet door het competentieprofiel.

Kennis en vaardigheden

  • MBO 3 werk- en denkniveau.
  • Enige jaren relevante werkervaring in een vergelijkbare functie.
  • Basiskennis van financiĆ«le administratie.
  • Inzicht in de opbouw en werking van Office-applicaties.
  • Kennis van gehanteerde procedures en werkmethoden.

Competentieprofiel

Communicerend (3):
  • is in staat tot het benoemen, uiteen zetten en toelichten van de kern van een reguliere kwestie;
  • is in staat daarover vragen op hoofdlijnen te beantwoorden;
  • is in staat feiten en meningen en hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden;
  • drukt zich mondeling en schriftelijk correct uit in een zakelijke stijl.
Vakdeskundigheid toepassend (3):
  • werkt snel en reageert snel op wijzigingen in werkzaamheden;
  • werkt precies en gebruikt eerdere ervaringen;
  • is in staat snel te benoemen wat de standaard werkzaamheden inhouden en draagt dit gemakkelijk over aan anderen.
Analyserend (3):
  • checkt gegevens en is in staat op basis daarvan verbetervoorstellen te doen.
Plannend en organiserend (2):
  • slaagt erin het eigen werk zo voor te bereiden dat de handelingen op volgorde kunnen worden verricht;
  • is in staat in de gaten te houden of werkzaamheden volledig opschieten en meldt tijdig als het werk niet op tijd af zal zijn.
Kwaliteitsgerichtheid (3):
  • is in staat binnen de tijdsplanning te werken volgens de afgesproken normen;
  • controleert tussentijds op kritische punten om de kwaliteit te waarborgen.