Referentiefuncties Dierhouderij

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Zoeken op oude referentiefunctienamen

Oogstmedewerker

Kenmerken van de referentiefunctie

De oogstmedewerker kan voorkomen op alle soorten van agrarische bedrijven waar oogstwerkzaamheden voorkomen ten behoeve van gewassen. De werkzaamheden zijn overwegend routinematig van aard, waarbij de handelingsvrijheid wordt ingegeven door de volgorde van werkzaamheden. Procedures, voorschriften en opdrachten zijn leidend. De focus ligt op het uitvoeren van taken, waarbij de werkwijze vast staat. De functiehouder heeft, in overleg met leidinggevende en collega’s, enige ruimte tot het indelen van het eigen werk. Collega/leidinggevende is direct benaderbaar, operationele werkzaamheden worden afgestemd met op locatie aanwezige personen. De functiehouder is verantwoordelijk voor het (handmatig dan wel machinaal) oogsten van gewassen. Daarnaast is hij/zij belast met dagelijks onderhoud aan gereedschap, machines e.d. en draagt zorg voor het overdragen van gegevens. De functiehouder maakt gebruik van oogstmachines waartoe hij beschikt over de vereiste certificaten.

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Taken Resultaatindicatoren
Oogsten en verwerken van gewassen
  • (handmatig dan wel machinaal) oogsten, verzamelen van oogstrijp gewas en lossen van oogst op centrale plaatsen;
  • het aanleggen van een voedselvoorraad door het inkuilen van geoogste producten door er een kuilhoop van te vormen of het te persen tot kuilbalen;
  • aan- en afvoeren van gewas, emballage en materiaal m.b.v. heftruck.
  • juiste beoordeling van oogstrijpheid;
  • kwaliteit en kwantiteit uitgevoerde werkzaamheden;
  • snelheid van oogst- en inkuilwerkzaamheden;
  • juist gebruik van trekker en machines.
Overige werkzaam­heden
  • plegen van dagelijks onderhoud aan gereedschappen, machines, materialen e.d., verrichten van opruim- en schoonmaakwerkzaamheden;
  • aanleveren van gegevens (hoeveelheden e.d.) en mondeling toelichten van bijzonderheden aan collega’s en leidinggevende.
  • onderhoudsstatus van gebruikte machines, materialen e.d.;
  • tijdigheid en juistheid aangeleverde gegevens;
  • mate van geïnformeerdheid van collega’s/leidinggevende.

Bezwarende omstandigheden

  • Hinder van weersomstandigheden bij buitenwerk, temperatuurverschillen, stof, vuil en vocht.
  • Uitoefenen van kracht bij het tillen en verplaatsen van materialen, emballage en/of gewas en te verrichten schoonmaakwerkzaamheden.
  • Incidenteel gedwongen houding bij het besturen van een trekker en/of machines en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden.
  • Kans op letsel door beknelling in of onder machines en bij gebruik van gereedschappen.

Het functieniveau wordt enkel bepaald door de inhoud van de functieomschrijving en niet door het competentieprofiel.

Kennis en vaardigheden

  • MBO 1-2 werk- en denkniveau (bij voorkeur agrarische richting).
  • Aantoonbare vaardigheden in het besturen van trekkers.
  • Kennis van gehanteerde procedures en werkinstructies.
  • 0 tot 1 jaar werkervaring.

Competentieprofiel

Beslissend en activiteiten initiërend (1):
  • is in staat te benoemen wanneer iets bijzonder is en het werk te onderbreken om de leidinggevende te waarschuwen.
Vakdeskundigheid toepassend (2):
  • werkt in een vlot tempo en kan met kleine wijzigingen omgaan;
  • is in staat eenvoudige taken goed en accuraat uit te voeren en maakt daarbij gebruik van eerdere ervaringen.
Middelenbewustzijn (2):
  • is in staat te zorgen voor de benodigde materialen en middelen;
  • gebruikt materialen en middelen op de geëigende manier;
  • is in staat te zorgen voor onderhoud en opslag van de hem toevertrouwde materialen en middelen.
Plannend en organiserend (1):
  • slaagt erin het werk zo voor te bereiden dat hij handelingen op volgorde kan verrichten;
  • meldt als het werk niet op tijd af zal zijn.
Bedrijfsmatig handelend (1):
  • komt op tijd op het werk;
  • voorkomt verspilling van zaken waarmee gewerkt wordt.